Antibiotica zijn in sommige situaties noodzakelijk om bacteriële infecties te kunnen behandelen. In bepaalde andere gevallen kan een antibioticakuur, bijvoorbeeld tijdens een behandeling van een infectie aan de urinewegen, een oor- of een longontsteking echter een onbedoeld, en zelfs langdurig nadelig effect, met zich meebrengen. Je kunt dan immers last krijgen van diarree door het gebruik van een antibioticum. Maar wat is de reden dat dit gebeurt?
Waarom kunnen antibiotica diarree veroorzaken?
Het eerste dat je moet weten over bacteriën die zich in je lichaam bevinden, is dat deze niet allemaal “slecht” zijn. De bacteriën die je opzadelen met vervelende infecties zijn dan ook de exemplaren die we liever zo snel mogelijk weer kwijt willen zijn. In de dikke darm bevinden zich echter ook een heleboel “goede” bacteriesoorten. Dit zijn bacteriën die er dus gewoon horen te zijn, en die zelfs noodzakelijk zijn om je spijsvertering optimaal te laten verlopen. Deze bacteriën breken immers het voedsel af dat je hebt gegeten en helpen het daarna te verteren. Zonder deze goede bacteriën zal je spijsvertering dus minder goed verlopen.
Antibiotica zullen alle bacteriën elimineren
Een antibioticum kan het verschil niet zien tussen de bacteriën die nuttig zijn voor je lichaam en de exemplaren die je ziek maken, het middel doodt dan ook iedere bacteriesoort die op zijn pad komt. Als sommige van de goede bacteriën in het spijsverteringssysteem, dus de exemplaren die normaalgesproken in je dikke darm leven, worden gedood, zal het evenwicht tussen goede en slechte bacteriën worden verstoord. Zonder alle goede bacteriën zal de vertering van voedsel in de war worden gestuurd en zou er diarree of een dunnere ontlasting kunnen ontstaan.
Clostridium difficile: één van de slechte bacteriën
Je hebt de goede bacteriën in je spijsverteringskanaal nodig, maar dat betekent niet dat alle bacteriën die daar leven ook goed werk doen voor je lichaam. Er leven namelijk ook slechte bacteriesoorten in je spijsverteringskanaal. Het goede nieuws is dat de goede bacteriestammen in het gris van de gevallen de schadelijke bacteriën weten te verslaan, de slechte soorten in toom houden en voorkomen dat deze ziektes kunnen veroorzaken. Ieder mens heeft deze ziekteverwekkers in zich, maar vaak hebben ze geen effect op je gezondheid. Dat zal echter veranderen zodra je een antibioticakuur hebt gebruikt die ervoor heeft gezorgd dat de goede bacteriën ook zijn gedood.
Bij 1 tot 2 procent van de mensen kan één schadelijke bacteriesoort die van nature al in de dikke darm leeft: de Clostridium difficile, zich gaan vermenigvuldigen en op die manier als het ware de macht in de dikke darm overnemen nadat er een antibioticakuur is gebruikt. Dit kan helaas een breed scala aan medische problemen met zich meebrengen, onder andere:
- Diarree die in verband kan worden gebracht met Clostridium difficile,
- Colitis (een ontsteking van de dikke darm),
- Pseudomembraneuze colitis,
- Toxische megacolon, een levensbedreigende noodsituatie die operatief ingrijpen vereist.
Welke antibiotica kunnen voor complicaties zorgen?
Ieder antibioticum kan de flora in de dikke darm verstoren en daar bacteriën doden. Niet elke soort antibioticum zal echter hetzelfde risico met zich meebrengen dat op de ontwikkeling van Clostridium difficile colitis. Ondanks dat het nemen van een antibioticum kan resulteren in de ontwikkeling van Clostridium difficile colitis, zullen bepaalde antibiotica een hoger risico met zich meebrengen dan andere.
De antibiotica die het meest verantwoordelijk zijn voor Clostridium difficile colitis zijn de middelen die samen zijn gesteld om een breed scala aan bacteriën te elimineren, wat logisch is omdat deze een nadelig effect zullen hebben op de meest uiteenlopende bacteriesoorten, en dus ook de goede varianten. De antibiotica die het meest in verband kan worden gebracht met de ontwikkeling van Clostridium difficile colitis zijn:
- Breedspectrum antibiotica (zoals clindamycine, cefalosporinen, cefalexine en fluorchinolonen),
- Breedspectrum penicillines (zoals ampicilline den amoxicilline)
De antibiotica die een minder groot risico met zich mee zullen brengen, zijn onder andere:
- imipenem,
- tetracyclines,
- macroliden,
- sulfa-trimethoprim,
Die antibiotica met het minste risico zijn:
- metronidazole
- vancomycine
- aminoglycosiden
- sulfa
- nitrofurantoïne
- linezolid.
Kan probiotica diarree helpen voorkomen?
Probiotica zijn vandaag de dag vrijwel overal te koop in supermarkten en drogisterijen, maar ze zijn niet allemaal op dezelfde manier geproduceerd. Ze kunnen om die reden dan ook uiteenlopende bacteriestammen en verschillende hoeveelheden ervan bevatten. Verder dient te worden vermeld dat de meeste probiotica voor ene groot deel niet gereguleerd zijn, dit is dan ook de reden dat sommige merken meer betrouwbaar zijn dan andere. Wat van een nog groter belang is, is dat het niet vast is gesteld welke probiotica wel zou kunnen helpen, maar ook wat in welke dosering je deze in zou moeten nemen.
Om die reden kan er dan ook geen algemene aanbeveling worden gegeven over het gebruik van probiotica nadat je een antibioticakuur hebt gehad. Er wordt vaak alleen maar gesuggereerd dat een probioticum in bepaalde gevallen zou kunnen helpen, maar het zal zeker niet altijd zo zijn. Daarbij komt verder nog dat de kosten, die je voor de aanschaf van probiotica moet maken, relatief hoog zijn en er mogelijke gezondheidsschade door deze middelen kan worden berokkend. Al deze aspecten dien je natuurlijk in overweging te nemen op het ogenblik dat je van plan bent probiotica te gaan gebruiken.
Voor mensen die lijden aan een inflammatoire darmaandoening, in het bijzonder de personen die een stoma of een j-pouch hebben, is het van belang om met hun gastro-enteroloog te praten over hun eventuele gebruik van antibiotica. Antibiotica zijn namelijk in verband gebracht met oplevingen van inflammatoire darmaandoeningen en een gastro-enteroloog kan adviezen geven het al dan niet gebruiken van een probioticum, het mogelijke nut ervan en welk merk je het beste zou kunnen gebruiken.
Slotopmerking
Een bacteriële infectie moet wellicht worden behandeld met behulp van antibiotica wanneer er geen andere manier is om deze aan te pakken. De keuze van de gebruikte antibiotica zal echter niet gebaseerd zijn op het feit of het al dan niet een geringe kans op de ontwikkeling van Clostridium difficile colitis met zich meebrengt, maar eerder op wat de juiste keuze is voor het elimineren van de bacteriën die verantwoordelijk zijn voor de aanwezige infectie. Op het moment dat eenmaal een antibioticakuur is gestart, dient deze te worden beëindigd om zo te voorkomen dat er stammen van antibioticaresistente bacteriën ontstaan.
Wanneer je je zorgen maakt over diarreeklachten na het gebruik van antibiotica, dan is het verstandig om contact op te nemen met de arts die je hiermee heeft behandeld. In bepaalde gevallen is er namelijk een bepaalde speelruimte bij het gebruik van een antibioticum. Uiteraard dient het middel wel effectief te zijn tegen de bacteriën die de infectie heeft veroorzaakt. Probiotica nemen kan een goede optie zijn om de dikke darm weer van voldoende goede bacteriën te voorzien, maar voordat je hiermee aan de slag gaat, doe je er goed aan dit met een arts te overleggen. Het is immers van cruciaal belang dat je de juiste soort hiervan kiest.