Take a fresh look at your lifestyle.

Standaard bloedonderzoek huisarts, handleiding waarden en uitslag

Bloed afnemen is één van de meest gebruikte onderzoeken door artsen. Er zijn veel verschillende bloedtesten die allemaal andere stoffen in en kwaliteiten van je bloed testen. De resultaten geven meestal een uitstekende en betrouwbare indicatie van het al dan niet voorkomen van een aandoening, je algemene gezondheid en wat de arts verder maar over je wil weten.

single reizen online banner

Bij sommige bloedtesten duurt het dagen voordat de uitslag bekend is, bij andere zelfs weten. Er zijn ook testen waarbij je binnen minuten te horen krijgt wat het resultaat is. Dit verschilt per test en hangt van een aantal factoren af. Lees verder om te weten te komen welke bloedtesten er zijn en wat ze kunnen vertellen over je gezondheid.

Hoe bloed afnemen werkt

Bloed wordt in Nederland afgenomen in poliklinieken, onderdelen of dependances van een ziekenhuis, waarbij je niet hoeft worden opgenomen. Over het algemeen is het een kort en eenvoudige procedure. Je hebt gemiddeld zo’n vijf liter bloed in je lichaam, dus schrik niet als er meerdere buisjes worden afgenomen – je kan het missen en je lichaam maakt snel weer vervangend bloed aan. Het onderzoek kan vervelend zijn, omdat er een naald door je huid in een ader wordt gebracht. Dat veroorzaakt een milde pijn, en door het wegnemen van bloed kan je arm tijdelijk gevoelloos zijn. Na afloop houd je een klein (prik)wondje over in je arm, dat bedekt wordt met een verbandje en snel uit zichzelf weer sluit. Als je bang bent van naalden of bloed, kan je tijdens het bloed afnemen, dat meestal rond een minuut duurt, de andere kant op kijken.

De procedure van bloed afnemen (venapunctie) werkt als volgt:

  • De medewerker van de poli vraagt je om in een stoel te gaan zitten en een arm te ontbloten.
  • Hij of zij plaatst een tourniquet (meestal een stevige band die strak kan worden getrokken om je bovenarm).
  • Er wordt een ader gezocht, vaak in de holte tussen boven- en onderarm. Deze plek wordt gesteriliseerd met een alcoholhoudend watje.
  • De medewerker schuift voorzichtig een naald in de ader. Op de naald worden snel achter elkaar vacuüm getrokken buisjes geplaatst, die vanzelf bloed uit je lichaam opzuigen.
  • Als het benodigde aantal buisjes is gevuld met bloed, wordt de tourniquet van je arm verwijderd. Dan verwijdert de medewerker de naald uit je arm en drukt een verbandje op je arm. Soms word je gevraagd om dat verband even op zijn plek te houden. Het verbandje wordt meestal vastgeplakt met medische tape. Dit is het einde van de procedure.

Als je aderen goed vindbaar en aanprikbaar zijn, kan het hele onderzoek binnen vijf minuten afgerond zijn. Als je aderen minder goed zichtbaar zijn, door natuurlijke variatie, lichaamsvet, of uitdroging, kan het even duren voordat een ader gevonden is. Soms moet er dan meerdere malen geprikt worden voordat de polimedewerker een geschikte ader heeft aangeprikt.

De bloedmonsters worden gelabeld, gekoeld en verzonden naar laboratorium. De labmedewerkers onderzoeken de monsters op de aanwezigheid van specifieke stoffen (bijvoorbeeld bilirubine, dat iets zegt over de werking van de lever) of bepaalde kwaliteiten van het bloed (bijvoorbeeld de bezinkingssnelheid ervan).

Standaard bloedonderzoeken

De meest voorkomende bloedonderzoeken zijn de standaard bloedonderzoeken, die een arts een indicatie geven van de algemene gezondheid van de patiënt en hem op het spoor kunnen zetten van een aandoening. Dit zijn de meest gebruikte bloedonderzoeken:

  • Compleet bloedbeeld. Bij deze test worden tien verschillende celtypes gemeten die van nature de bestanddelen van je bloed vormen. Het gaat om rode bloedcellen, bloedplaatjes en de verschillende soorten witte bloedcellen. Er wordt gekeken naar het aantal cellen en de aard ervan, bijvoorbeeld hoeveel hemoglobine (de stof die zuurstof vervoert) in je rode bloedcellen zit. Het totaalplaatje geeft een informatief beeld van de conditie van je bloed en van je algemene gezondheid, en kan een arts op het spoor zetten van een bepaalde aandoening. Een verlaagde hoeveelheid rode bloedcellen kan bijvoorbeeld op een bloeding door een maagzweer wijzen. De resultaten van een bloedbeeld zijn binnen één of meerdere dagen bij je behandelend arts bekend.
  • Klinisch chemisch onderzoek. Dit is een verzamelnaam voor onderzoeken naar natuurlijke en chemische stoffen in je bloed. De gehaltes daarvan vertellen de arts ook weer iets over je gezondheid. Bij dit onderzoek kan er getest worden op:
    • Stoffen die wijzen op infecties of ontstekingen, zoals LDH;
    • Stoffen die afkomstig zijn uit medicatie, zoals prednison;
    • Stoffen die iets zeggen over de snelheid en gezondheid van je stofwisseling, zoals creatinine;
    • Stoffen die iets zeggen over de conditie van je bloed, zoals albumine;
    • Lipiden (vetten);
    • Stoffen die iets zeggen over de werking van je lever of nieren, zoals bilirubine of urea;
    • Belangrijke elektrolyten, zoals calcium, kalium en natrium;
    • Andere kritische stoffen zoals glucose, cholesterol en hormonen.

De resultaten van de klinisch chemische test zijn ook binnen één of enkele dagen beschikbaar via je behandelend arts.

  • Serologisch onderzoek. Als er wordt vermoed dat je een infectie of ontsteking hebt, wordt er in je bloedserum gezocht naar antilichaam. Deze moleculen zijn door je immuunsysteem gevormd als reactie op de infectie of ontsteking. Ze kunnen iets vertellen over de aard en ernst van de infectie en aangeven welk micro-organisme (bacterie, virus, schimmel of parasiet) deze veroorzaakt. Meestal duurt dit onderzoek enkele dagen om af te ronden.
  • Microbiologisch onderzoek. Hierbij wordt bloed onder de microscoop onderzocht op ziekteverwekkers zoals bacteriën. Daarna kan er een kweekje worden gemaakt in een petrischaal of op een plaatje met menselijke cellen (als het waarschijnlijk een virus betreft). Hoe de ziekteverwekker groeit en hoe die reageert op bepaalde stoffen (bijvoorbeeld specifieke antibiotica) kan de laboratoriummedewerker vertellen wat voor soort infectie je onder de leden hebt. Omdat het kweken van bacteriën en virussen tijd kost kan het meerdere dagen tot weken duren voordat de resultaten van een microbiologisch onderzoek bekend zijn.

bewust puur banner

De bovenstaande wachttijden zijn indicaties. Het kan voorkomen dat je bloedmonsters een te klein volume hebben om er onderzoek aan te kunnen verrichten. Ook kunnen ze besmet zijn geraakt met een bacterie, of kan de kwaliteit van het bloed te laag zijn (bijvoorbeeld omdat het tijdens transport niet goed genoeg gekoeld is geweest).

Schildklieronderzoek

Als er een te langzaam of snel werkende schildklier wordt vermoed, kan er bloed worden afgenomen en worden onderzocht op de aanwezigheid van bepaalde hormonen en stoffen. Als deze test uitwijst dat de schildklier te langzaam of te snel werkt, kunnen er medicijnen worden toegediend die het probleem verhelpen. Resultaten van deze test zijn binnen een paar dagen bekend.

SOA-test

Een SOA-test is een test op seksueel overdraagbare aandoeningen, die verspreid worden via seks of intraveneus drugsgebruik. Aan de hand van een bloedmonster kan er worden bepaald of een patiënt een SOA (herpes, hepatitis, chlamydia, gonorroe, syfilis, HIV/AIDS) heeft. Soms worden deze testen niet uitgevoerd met een bloedmonster, maar met een monster van slijm of urine van de patiënt. Omdat van deze ziekteverwekkers vaak een kweekje moet worden gemaakt kan een SOA-test één of twee weken in beslag nemen. Sommige SOA’s hebben meerdere onderzoeken over een langere tijd nodig om ze te kunnen bevestigen of uitsluiten.

Bloedonderzoeken naar en bij zwangerschap

Wanneer een zwangerschapstest niet duidelijk uitwijst of een vrouw zwanger is of niet, kan een bloedonderzoek worden uitgevoerd. Er wordt gekeken hoeveel van een bepaald hormoon (hCG) aanwezig is in het bloed. Boven een bepaalde waarde is de vrouw zwanger. Meestal duurt het een paar dagen voordat het resultaat bekend is. Deze test is betrouwbaarder dan een zwangerschapstest.

Als bekend is dat een vrouw zwanger is wordt er wat bloed afgenomen om te kijken of er afwijkingen of aandoeningen aanwezig zijn. Er wordt gekeken hoe hoog je bloedsuikergehalte is, of er een resusfactor aanwezig is, en wat het hemoglobinegehalte is (om te zien of je bloedarmoede hebt). Het bloed wordt ook getest op aandoeningen, zoals hepatitis B, HIV/AIDS, syfilis en bepaalde antistoffen. Als een afwijking wordt aangetroffen, dan kan er vroeg in de zwangerschap al behandeling daarvoor plaatsvinden. Dit maakt de kans dat het kindje gezond ter wereld komt zo groot mogelijk.

Bloedarmoede-onderzoek

Om te kijken of iemand aan bloedarmoede lijdt kan een arts een compleet bloedbeeld aanvragen. Ook zijn er specifieke tests die alleen kijken naar de hematocrietwaarde en het hemoglobineniveau. Soms kan al binnen minuten uitsluitsel worden gegeven, maar sommige tests laten dagen op zich wachten.

Kankerscreening

Er bestaan verschillende bloedtests die de aanwezigheid van kanker kunnen vaststellen. Er wordt dan gekeken naar het gehalte immunoglobuline of de aanwezigheid van bepaalde kenmerkende stoffen. De resultaten van deze tests kunnen meer dan een week op zich laten wachten.

Tips om de informatie uit je bloedonderzoek beter te begrijpen

 

  • Praat met je arts over de resultaten. Als er in je bloedtest niets bijzonders wordt gevonden (alle waarden zijn normaal en gezond) dan krijg je er misschien nooit meer iets over te horen. Als je wilt weten wat de waarden nou precies zijn, hoe dicht ze tegen een gevaarlijke grens aanzitten, of wat de test zegt over je gezondheid, bel dan met je huisarts. Hij of zijn assistent(e) kan je in begrijpelijke taal uitleggen wat de uitslag betekent. Vraag daarbij naar de resultaten van vorige tests en hoe je gezondheid zich ontwikkelt.
  • Wees bedacht op valse positieve resultaten. Soms wordt er aan de hand van een bloedonderzoek een aandoening bij iemand vastgesteld die in werkelijkheid niet aanwezig is. Dat noemen we een vals positief resultaat. Sommige tests, vooral degenen die binnen minuten of uren de uitslag geven, zijn berucht om hun onbetrouwbare werking, en kunnen makkelijker een vals positief resultaat geven dan andere onderzoeken. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen als het onderzoek niet specifiek genoeg is (er wordt gezocht naar ontstekingsmarkers, die niet door de vermoede aandoening maar door een andere ontsteking worden geproduceerd). Een tweede test of een ander onderzoek kan dat uitsluitsel geven over de aanwezigheid van de aandoening. Valse negatieve resultaten zijn ook mogelijk: een aandoening wordt dan niet gevonden terwijl hij wél aanwezig is. Dat kan bijvoorbeeld voorkomen bij ziektes die een bepaalde tijd nodig hebben om ziekteverschijnselen of symptomen te ontwikkelen (incubatietijd). Als je de ziekte wél hebt opgelopen, maar er zijn nog geen verschijnselen (zoals markerstoffen in je bloed), kan je ten onrechte een negatief resultaat krijgen.
  • Gezonde waarden variëren per persoon. De reden dat er meestal een reeks wordt opgegeven voor de gezonde (veilige) waarden van een bepaalde stof, is dat elk lichaam anders is. Wat een gezonde waarde is varieert met je leeftijd, met je geslacht en zelf met de tijd van het jaar. Kinderen hebben bijvoorbeeld gemiddeld een lagere hemoglobinewaarde dan volwassenen, en volwassen mannen hebben weer een hogere hemoglobinewaarde dan vrouwen. Voor andere stoffen geldt dat niet: de veilige bovengrens voor cholesterol is voor iedereen hetzelfde. Om zeker te weten dat het resultaat van je bloedonderzoek zegt wat je denkt dat het zegt, kan je je huisarts weer om uitleg vragen.
  • Vreemde uitslagen kunnen een andere verklaring hebben. Als je tot je grote verbazing positief test voor een aandoening, of de waarden van een bepaalde stof in je bloed zijn buiten de perken, dan kan dat een logische verklaring hebben. Als je bijvoorbeeld alcohol hebt gedronken op de avond voor de test, of bepaalde medicijnen gebruikt, of zonder het te weten een verkoudheid onder de leden hebt, dan kan dat de resultaten van een bloedonderzoek beïnvloeden. Geef het daarom bij je arts aan als je je niet goed voelt, medicijnen gebruikt of de vorige avond een feestje hebt gehad. Het is dan waarschijnlijk niet de beste tijd om bloed af te nemen. Kom liever een paar dagen later terug, wanneer je lichaam in een normale conditie is.
  • Ook in een lab worden fouten gemaakt. Als je resultaten terugkrijgt die helemaal niet bij je lijken te horen, dan is het mogelijk dat in het laboratorium bloedmonsters van twee personen met elkaar verwisseld zijn. Ook kan een monster verkeerd behandeld zijn, kan meetapparatuur verkeerd afgesteld zijn of kan er door een andere fout een verkeerde waarde zijn gemeten. Dit soort fouten komen zelden voor, maar het is de moeite waard om een tweede onderzoek aan te vragen als je vermoedt dat het eerste onderzoek ergens fout is gelopen.
naturaplaza superfoods banner