Nog altijd geloven een heleboel mensen dat de kleur van het slijm dat je ophoest een indicator is van de ernst van een ziekte. Ze denken dan ook dat wanneer je een gewone verkoudheid hebt, maar het slijm geel of groen wordt, je antibiotica nodig zult hebben om te herstellen. Niets is echter minder waar. Dit is dan ook een bakerpraatje dat al jaren de ronde doet en op geen enkel wetenschappelijk bewijs kan terugvallen. Het proberen vast te stellen welk soort infectie je op hebt gelopen aan de hand van de kleur van het slijm dat je produceert, is dan ook zeker niet effectief of accuraat te noemen. Niet alleen virale, maar ook bacteriële, infecties kunnen er namelijk voor zorgen dat het slijm van kleur verandert. De kleur van het slijm wordt immers niet door de ziekteverwekker bepaald, maar is gewoon een teken dat je neus vol zit met gele of groene snot. De verkleuring van het slijm wil dus niet per definitie zeggen dat je een antibioticum nodig hebt.
Waarom verandert het slijm van kleur?
Op het moment dat jij, of je kind, verkouden is, dan zal het slijm dat wordt geproduceerd aanvankelijk helder zijn. Zodra er ziektekiemen in je lichaam terechtkomen en je ziek maken, dan zal één van de eerste manieren waarop je lichaam de infectie tracht te bestrijden, de aanmaak van extra slijm zijn. Hiermee kunnen immers de aanwezige ziektekiemen weg worden gespoeld.
Een paar dagen later kunnen de cellen die werken voor je immuunsysteem geactiveerd worden en zal het slijm wit of geel gaan kleuren. Op het moment dat ziektekiemen met het slijm vermengd raken, dan kan het geheel groen van kleur worden. Dit wil echter niet zeggen dat je antibiotica nodig hebt om te herstellen. Bacteriën zijn immers voortdurend in je lichaam aanwezig, maar dat betekent niet dat deze je altijd ziek zullen maken of dat je antibiotica nodig hebt om weer beter te worden.
Wanneer moet je je zorgen maken?
Indien de symptomen waar je last van hebt meer dan twee weken aan blijven houden of wanneer je je beter begint te voelen maar vervolgens weer zieker wordt, vaak in combinatie met hogere koorts en hoestklachten, dan dien je absoluut contact op te nemen met je huisarts. Dit zijn namelijk tekenen dat je een secundaire infectie hebt ontwikkeld en mogelijk hebt je om die reden een aanvullende behandeling nodig.
Je hoeft dus niet naar de dokter te rennen op het moment dat je slijm geel of groen van kleur is geworden, maar wel als dit na twee weken niet is verbeterd en je pijn en druk in je sinussen en gezicht hebt. In dat geval is het namelijk mogelijk dat je een sinusinfectie heb die behandeld dient te worden. Een groot aantal infecties van de sinussen zal overigens vanzelf weer verdwijnen, zonder dat er overigens antibiotica aan te pas hoeft te komen, maar in sommige gevallen is er wel een behandeling nodig. Je huisarts zal echter moeten bepalen welk medicijn het beste werkt om je klachten te verlichten en indien nodig antibiotica aan je voorschrijven.
Wat kun je zelf doen?
Indien jij (of je kind) geen antibiotica voor de behandeling van een ziekte nodig heeft, of wanneer je slijm net van kleur is veranderd en je dus niet naar je huisarts hoeft te gaan, dan kun je zelf een aantal stappen ondernemen om je loopneus en congestie wat te verlichten. Je kunt onder andere denken aan het gebruik van een zoutoplossing of een neusspoeling om te helpen bij het verwijderen van het aanwezige slijm uit je sinussen. Op het moment dat je een jong kind hebt dat nog niet in staat is zelf zijn neusje te snuiten, dan kan het gebruik van zoutoplossing en een slijmzuigertje erg handig zijn om het aanwezige slijm weg te zuigen en zo het kleintje weer gemakkelijker te laten ademen. Het kan eveneens helpen om gedurende de nacht een luchtbevochtiger te gebruiken om de slijmvliezen in de neus en de sinussen vochtig te houden. Verder is het van belang om een heleboel heldere vloeistoffen extra te gaan drinken, ook dit zal helpen bij het gemakkelijker afvoeren van het aanwezige slijm.
Indien je niet zeker weet wat u moet doen, of wanneer je twijfelt over een bepaalde situatie of behandelmethode, dan doe je er altijd verstandig aan om contact op te nemen met je huisarts. De arts kan je dan adviezen en tips geven die je in deze specifieke situatie kunt toepassen.
