Veel mensen lopen al geruime tijd rond met hielspoorklachten als ze uiteindelijk een bezoek aan een arts brengen. Vervolgens zal er getracht worden om de klachten van een hielspoor te verlichten door middel van:
- het doen van oefeningen om de voet- en kuitspieren te versterken,
- Het innemen van pijnstillers,
- fysio- of een andere therapie.
Overgaan tot een operatie is voor de meeste mensen echt de allerlaatste optie. Een dergelijke operatie kan immers behoorlijk wat complicaties met zich meebrengen. Bovendien is succes in geen geval gegarandeerd.
Een operatie van een hielspoor zal in de regel uit worden gevoerd door een orthopedisch chirurg. Een hielspooroperatie kan op een aantal verschillende manieren worden uitgevoerd:
Endoscopisch plantaire fasciotomie
Hierbij wordt, door middel van twee kleine incisies in de hiel, een cameraatje ingebracht. Met behulp van een mesje wordt vervolgens de aanhechting van de peesplaat losgemaakt. Hierdoor zal de spanning op de peesplaat verminderen. Wanneer de operatie is voltooid zullen de sneden weer worden gedicht door middel van een hechting. Na enkele weken zal het weefsel vanzelf weer aangroeien.
Nadeel: de voetstand kan (tijdelijk niet worden gecorrigeerd waardoor onder andere een kans bestaat dat je voet gaat doorzakken.
Verwijderen van verkalking van het hielspoor
Bij deze operatie wordt een snede aan de binnenzijde van je hiel gemaakt en soms wordt ook hierbij de peesplaat losgemaakt. Nadat de grote pees opzij is geschoven kan het verkalkte deel, dat de eigenlijke oorzaak is van de hielspoor is, weg worden genomen. Als het nodig is kan een beknelde zenuw eveneens wordt vrijgemaakt. Met behulp van drie of vier hechtingen zal de voet na de ingreep weer dicht worden gemaakt.
Nadeel: doordat de verkalking met de pees is vergroeid zal ook de aanhechting ervan schade oplopen door deze ingreep. Ook is de kans op beschadiging van omliggende zenuwen en weefsels aanwezig zijn. Na een dergelijke operatieve ingreep zal er een langere tijd nodig zijn om te revalideren.
Een operatie aan een hielspoor mag over het algemeen als een tamelijk eenvoudige ingreep worden beschouwd. De relatief kleine ingreep kan in circa dertig minuten (vaak poliklinisch) uit worden gevoerd. Sommige ziekenhuizen laten de patiënt kiezen of ze verdoofd willen worden door middel van een ruggenprik of een complete narcose. Afhankelijk van de gekozen verdovingsmethode zal de duur van het ziekenhuisverblijf worden bepaald.
Op het ogenblik dat je ervoor kiest om, tijdens een operatie aan een hielspoor, onder complete narcose te gaan dan zal dit in de regel slechts een kort roesje krijgen. Nadat de operatie is voltooid zul je hieruit meestal weer snel wakker worden. Na een operatie met een roesje zal de verpleging je nog ongeveer één á twee uurtjes in de gaten houden met het oog op mogelijke complicaties.
Indien je echter voor een verdoving door middel van een ruggenprik kiest, dan zul je de ingreep bewust meemaken Na de operatie mag je meestal, mits je zelfstandig een plas hebt gedaan, het ziekenhuis weer verlaten. Indien het zelfstandig urineren echter te lang op zich laat wachten dan kan er besloten worden om de urine, met behulp van een katheter, uit de urineblaas te verwijderen. Uiteraard zal het in een dergelijk geval wel wat langer duren voordat je weer naar huis mag. Het zelf kunnen plassen is een essentiële controle die aangeeft dat het afvoersysteem van lichaam weer functioneert.
Wanneer opereren?
Alleen in uitzonderlijke gevallen zal besloten worden om over te gaan tot operatief ingrijpen. Het risico op complicaties is immers vrij groot (ongeveer 50 procent): tijdens het opereren kunnen er namelijk verschillende weefsels worden beschadigd waardoor het gebruik van je voet zal worden beperkt.
Voordat je besluit om je te laten opereren aan een hielspoor is het absoluut aan te bevelen om je goed voor te laten lichten door de orthopedisch chirurg die de operatie eventueel gaat uitvoeren. Pas dan kun je een goede afweging maken tussen de voor- en nadelen die het uitvoeren van een hielspooroperatie met zich meebrengt.
Operatierisico’s
De operatieve ingreep is weliswaar eenvoudig uit te voeren, maar net zoals bij alle andere operaties, zullen er toch een aantal risico’s aan zijn verbonden. Hierbij kun je bijvoorbeeld denken aan beschadigingen van weefsel, zenuwen of bloedvaten maar eveneens aan mogelijke infecties die kunnen ontstaan of aan een mogelijk minder goede wondgenezing.
Verder kan de verdoving in bepaalde gevallen voor problemen zorgen. Sommige mensen worden bijvoorbeeld misselijk en moeten overgeven nadat ze een volledige narcose hebben gekregen. Anderen ondervinden echter juist hinder bij het zetten de ruggenprik.
Na de operatie
Nadat je een operatie aan je hielspoor hebt ondergaan, heeft je voet de nodige rust nodig. Het weefsel en de pees zullen namelijk eerst weer moeten aangroeien voordat je je voet weer kunt gaan gebruiken. In de regel mag je wel met mate lopen na een dergelijke operatie maar je moet wel naar je lichaam luisteren en dus direct rust nemen als er pijnklachten ontstaan.
Resultaat.
Voordat je geopereerd wordt aan een hielspoor zal niet bekend zijn wat het uiteindelijke resultaat gaat worden. In het meest erge geval zul je bijvoorbeeld na een operatieve ingreep aan een hielspoor nog altijd last blijven houden van pijnklachten. Om die reden is het dus niet vreemd dat er pas tot een operatie wordt overgegaan op het ogenblik dat de pijn, ondanks alle andere behandelmethodes en oefeningen, voortdurend aanwezig blijft.