Het enkelgewricht wordt in de medische wereld ook wel het talocrurale gewricht genoemd. Dit gewricht is opgebouwd uit een drietal botten;
- scheenbeen (tibia),
- kuitbeen (fibula),
- sprongbeen (talus).
Het gewicht van het lichaam zal van het scheenbeen over worden gebracht naar het sprongbeen dat het op zijn beurt weer verder verdeeld over de voor- en achterzijde van de voet. Je kuitbeen, dus het lange bot dat zich aan de buitenzijde van je onderbeen bevindt, zal geen gewicht overdragen op je enkel. Dit bot zal alleen dienst doen als zijwand van je enkel gewricht.
Je enkel is in staat om een viertal bewegingen te maken, te weten:
- het naar boven bewegen van de voet in het enkelgewricht (dorsiflexie),
- het strekken van de voet in het enkelgewricht (plantarflexie),
- het roterend naar binnen bewegen van de voet (inversie),
- het roterend naar buiten bewegen van de voet (eversie).
Er zijn diverse spieren betrokken bij het maken van deze bewegingen. Deze spieren zitten aan je enkel vast en zullen de diverse bewegingen van je voet mogelijk maken. Verder bestaat je enkel uit zogenaamde gewrichtsbanden (ook wel ligamenten genoemd) die de verbinding vormen tussen de verschillende botten waaruit je enkel is opgebouwd. Deze gewrichtsbanden zullen voorkomen dat je excessieve bewegingen gaat maken met je enkelgewricht. Indien je je enkel verstuikt, dan zal één of meerdere gewrichtsband overstrekt zijn. Het gevolg daarvan zal zijn dat je enkel pijnlijk aan zal voelen en je maar beperkt dit deel van je lichaam kunt gebruiken. Meestal zul je daardoor tijdelijk wat minder mobiel zijn. Wanneer je met enige regelmaat te kampen hebt met een verstuikte enkel, dan kan dit tot onstabiliteit van je enkelgewricht leiden.
De gewrichtsbanden van de enkel
De gewrichtsbanden van de enkel kunnen onder worden verdeeld in twee groepen:
- de laterale collaterale banden (ligamenten),
- de mediale collaterale banden (ligamenten).
Hoewel de gewrichtsbanden van de enkel erg sterk en vezelig zijn, zij ze wel vaak erg gevoelig voor blessures als gevolg van het maken van excessieve bewegingen van het subtalaire gewricht tijdens het uitvoeren van uiteenlopende activiteiten.
De laterale collaterale enkelbanden zijn:
- de anterieure talofibulaire band,
- de calcaneofibulaire band,
- de talocalcaneale band,
- de posterieure talocalcaneale band,
- de posterieure talofibulaire band.
De anterieure talofibulaire band loopt van de top van de laterale malleolus (knobbel aan de buitenzijde van de enkel) naar de voorkant van het sprongbeen. Hierdoor wordt de kans op het verstuiken van je enkelgewricht zo klein mogelijk gehouden. De calcaneofibulare band loopt van het onderste deel van het kuitbeen naar het hielbeen, terwijl de talocalcaneale band naar de middenvoet loopt. Beide banden kunnen tegen elkaar aan worden gedrukt (adductie).
De posterieure talofibulaire band loopt van de top van de laterale malleolus naar de voorkant van het sprongbeen. Door de posterieure talocalcaneale band wordt deze gewrichtsband verbonden met het hielbeen en beide banden beperken het overmatig naar boven bewegen van de voet in het enkelgewricht (dorsiflexie).
De laterale enkelbanden zijn het meest vaak betrokken bij verstuikingen. Op het ogenblik dat je je enkel met kracht naar binnen buigt, dank u je deze gewrichtsband gemakkelijk overstrekken of zelfs scheuren. Het resultaat is dan een verstuikte enkel.
de mediale collaterale enkelbanden zijn:
- de tibionaviculaire band,
- de calcaneotibiale band,
- de anterieure talotibiale band,
- de posterieure talotibiale band.
De tibionaviculaire band loopt aan de achterzijde van het onderste uiteinde van het scheenbeen naar de middenvoet. De calcaneotibiale band loopt op zijn beurt van het uiteinde van het onderste uiteinde van het scheenbeen naar de hoek van het hielbeen. Beide banden voorkomen dat er abductie (een spreiding van deze botten) plaats kan vinden. Zowel de anterieure- als de posterieure talotibiale band loopt tussen de voor- en achterzijde van het onderste uiteinde van het scheenbeen en het sprongbeen door. Deze gewrichtsbanden zullen respectievelijk het strekken van de voet in het enkelgewricht (plantarflexie) en het naar boven bewegen van de voet in het enkelgewricht (dorsiflexie) tegengaan.
De tibionaviculaire band is een dikke gewrichtsband en zal, in tegenstelling tot de buitenste gewrichtsbanden, niet gemakkelijk betrokken raken bij een verstuiking van de enkel. Het feit dat je kuitbeen excessieve bewegingen blokkeert aan de buitenzijde van je enkel zal ook de overstrekking van de tibionaviculaire band een stuk lastiger worden.
Fysiotherapie bij een verstuikte enkel
Op het ogenblik dat je je enkel hebt verdraaid of verzwikt, dan kun je last krijgen van een verstuikte enkel. Fysiotherapie kan je in dat geval veel voordelen opleveren. Het herstelplan van een verstuikte enkel kan uit meerdere onderdelen op zijn gebouwd, zoals:
- de ontsteking en zwelling rondom de enkel onder controle houden,
- het doen van speciale oefeningen om de beweeglijkheid en stand van je enkel te verbeteren, bijvoorbeeld door het uitvoeren van strekoefeningen van de kuit en/of door bepaalde balansoefeningen je onderbenen, en dus ook je enkels, sterker en stabieler maken.
Indien je last hebt van een verstuikte enkel dan is het altijd verstandig om daar een arts naar te laten kijken. Op die manier weet je namelijk zeker dat er geen sprake is van een breuk. Wanneer je enkel verstuikt blijkt te zijn dan kun je vervolgens van een fysiotherapeut leren wat je moet doen om de verstuikte enkel optimaal te behandelen. Een fysiotherapeut kan je bovendien helpen om weer snel en veilig de oude te worden.