Het eerste stoeltje waarin je baby vrij rond kan kijken, kan spelen of gewoon kan zitten of liggen is een zogenaamd wipstoeltje. Je zou je baby bijvoorbeeld in een wipstoeltje kunnen zetten om even de handen vrij te hebben of om een je baby eten te geven.
Gebruik
Een wipstoel kan worden gebruikt vanaf het moment dat de baby ongeveer acht weken oud is. Uiteraard zal het in het begin noodzakelijk zijn om het stoeltje in de ligstand te plaatsen. Het merendeel van de wipstoeltjes zijn namelijk te verstellen. Voor een baby is het zitten of liggen in een wipstoeltje behoorlijk vermoeiend. Om die reden is het aan te bevelen de tijd te beperken en dit maximaal anderhalf tot twee uur (verdeeld over) een dag te doen. Bovendien zou de wervelkolom anders te veel worden belast en zich slecht gaan ontwikkelen door voortdurend in een hoekstand te zitten. Maar ook voor de motoriek van de baby is te lang in een wipstoeltje zitten niet bevorderlijk.
Vanaf het ogenblik dat de baby beter zelf kan blijven zitten kan de tijd wat worden opgevoerd en tevens de rugleuning een beetje rechter worden geplaatst. Je kunt een wipstoeltje blijven gebruiken tot je baby ongeveer negen maanden oud is of een gewicht heeft bereikt van circa negen kilo. Deze richtlijnen kunnen overigens per stoeltje afwijken. In de bijgeleverde handleiding staat doorgaans exact aangegeven wat de leeftijd, het gewicht en de lengte van de baby mag zijn om het stoeltje veilig te kunnen gebruiken.
Het gebruik van het stoeltje zal verder worden bepaald door de beweeglijkheid van de baby. Wanneer je kindje al snel erg beweeglijk wordt dan spreekt het voor zich dat je het wipstoeltje niet meer mag gebruiken. Dit geldt ook wanneer je kindje zich zelf in zitstand kan brengen of uit het stoeltje probeert te klauteren.
Veiligheid
De baby mag nooit langer dan de aanbevolen tijd in het wipstoeltje zitten. Het stoeltje is immers geen vervanging van een box of speelkleed. Bovendien kan een wipstoeltje alleen veilig worden gebruikt als het op de vloer staat. Dus nooit het stoeltje op een tafel of andere verhoging plaatsen. Tevens is het onverantwoord om je kindje alleen achter te laten in het wipstoeltje.
Om er zeker van te zijn dat je kleintje niet uit het wipstoeltje valt dien je altijd de gordel goed vast te zetten. Wanneer je het stoeltje wilt verstellen dan doe je dat altijd wanneer de baby er niet in zit. Tijdens het verstellen kan het wipstoeltje namelijk opeens volledig inklappen. De baby zou zich dan ernstig kunnen bezeren of verwonden. Daarnaast mag een wipstoeltje in geen geval dicht bij een warmtebron, kabels, snoeren of gordijnen staan. Door de bewegingen van het kindje kan het wipstoeltje gaan schuiven waardoor je het nooit in de nabijheid van bijvoorbeeld de hoeken van een kast of een tafel plaatst.