De alvleesklier, ofwel pancreas, is een orgaan dat je kunt vinden in de nabijheid van je maag. Een van de taken van de alvleesklier is de aanmaak en afscheiding van het hormoon insuline. In de alvleesklier wordt insuline aangemaakt door de zogenaamde bèta-cellen.
Je alvleesklier kun je vinden in je buikholte. Hier ligt dit orgaantje voor een deel achter je maag en de twaalfvingerige darm verscholen. Bij een volwassen mens heeft de alvleesklier een lengte tussen de twaalf en de vijftien centimeter. Het orgaan is bij de meeste mensen vooral bekend vanwege de ziekte diabetes. Deze ziekte is het gevolg van een verminderde, of gestopte, afgifte van insuline door de alvleesklier.
Functies
De insulineafgifte reguleert namelijk de glucosespiegel in je bloed. De bèta-cellen die de insuline aanmaken bevinden zich in de zogenaamde eilandjes van Langerhans. Naast de aanmaak van insuline heeft de alvleesklier nog een aantal andere functies:
- het aanmaken van spijsverteringssappen (anderhalve tot drie liter op een dag) die in de darmen nodig zijn om het voedsel te kunnen verteren.
- Het produceren van het hormoon glucagon. Dit hormoon is de tegenhanger van insuline en zal er dus voor zorgen dat de glusosespiegel in het bloed zal stijgen.
Aandoeningen en ziektes
De alvleesklier kan worden aangedaan door verschillende ziektes en aandoeningen zoals:
- ontstekingen,
- diabetes,
- kanker.
Elke ziekte van de alvleesklier, maar ook vaak van andere organen in je lichaam, heeft een aantal die bij een grote groep personen voor gelijke symptomen zorgen. Dikwijls zal het echter symptomen betreffen die niet alleen naar een ziekte of aandoening van de alvleesklier kunnen wijzen.
Toch is het altijd aan te raden, wanneer je te maken krijgt met onderstaande symptomen, om je huisarts om raad te vragen. Door middel van een aantal medische onderzoeken kan dan worden vastgesteld of je inderdaad aan één van deze ziektes lijdt, of dat er iets anders aan de hand blijkt te zijn.
Symptomen
| Ontsteking | Diabetes | Kanker |
|---|---|---|
| Je hebt last van erge buikpijn. | Veel meer drinken dan normaal. | Je hebt een zeurende buikpijn of pijn onder in je rug. |
| Je bent misselijk. | Veel vaker moeten plassen dan normaal. | Je hebt een verminderde eetlust. |
| Je moet soms overgeven. | Je adem ruikt mogelijk naar aceton. | Je bent misselijk. |
| Er kan koorts ontstaan. | Minder snel of goed genezende wonden. | Je krijgt te maken met een onverklaarbaar gewichtsverlies. |
| Je hebt een snellere ademhaling dan normaal. | Je ogen zijn rood. | Je kunt last krijgen van een veranderde stoelgang en een ander ontlastingpatroon. |
| Nadat je iets gegeten hebt nemen de eerder genoemde symptomen toe. | Je gaat wazig zien. Er treedt geelzucht op. |
