Het syndroom van Sudeck, officieel het complex regionaal pijnsyndroom (CRPS) genoemd, is een ontstekingsziekte van het bindweefsel. Het is een ziekte waarbij pijn aan lichaamsdelen die eerder gewond zijn geraakt telkens opnieuw optreedt. Het gaat dan meestal om de ledematen. Mensen het syndroom van SUdeck onder de leden hebben, hebben last van pijn, beperkte bewegingsmogelijkheid, zwelling en temperatuurswisselingen op de getroffen plek. Ook kan de huid op de plek van de verwonding verandereingen vertonen. In ernstige gevallen kan het lichaamsdeel zijn functie totaal verliezen.
Er worden twee soorten van het syndroom van Sudeck onderscheiden.
- Bij CPRS1 is er geen waarneembare zenuwschade;
- Bij CPRS2 is er wél aantoonbare zenuwschade opgetreden.
Oorzaken
De oorzaak voor het optreden van het syndroom van Sudeck is moeilijk te bepalen. In het merendeel van de gevallen is er sprake van een eerdere opgelopen verwonding aan het lichaamsdeel in kwestie. Het optreden en de ernst van de ziekte lijkt geen verband te houden met de ernst van de eerder opgelopen verwonding. Zelfs een kleine verwonding, zoals een oppervlakkige schram, een speldeprik of een lichte kneuzing kan tot dit syndroom aanleiding geven. Het syndroom van Sudeck wordt meestal veroorzaakt door één van de volgende gebeurtenissen.
- Verwonding aan een ledemaat na een verwonding of trauma. Het kan gaan om een medische operatie, een lokale infectie, zweer of abces, een botbreuk, kneuzing of verstuiking, een brandwond, of zwaardere trauma’s zoals verplettering, doorboring, verscheuring of snijwonden. De meeste gevallen van het syndroom van Sudeck zien we bij mensen die een ernstig ongeval of trauma hebben meegemaakt. Bijvoorbeeld een zwaar verkeersongeluk, een schotwond of een amputatie.
- Lichamelijke therapie die wordt genomen nadat een verwonding schijnbaar genezen is;
- Neurologische aandoeningen;
- Het syndroom van Sudeck kan ook spontaan optreden. Dit is zeldzaam.
Verklaringen voor het optreden van het syndroom
- Het is mogelijk dat een trauma veranderingen aan het centraal zenuwstelsel tot gevolg heeft. Mogelijk ligt een overdreven reflexmechanisme van het centrale zenuwstelsel dan ten grondslag aan de aandoening. Het zenuwstelsel wordt overgestimuleerd door de verwonding en gaat dan op één of andere manier de plek van de verwonding anders dan gebruikelijk behandelen.
Een aandoening die bepaalde overeenkomsten met het syndroom van Sudeck deelt is fantoompijn. Wanneer er een lichaamsdeel geamputeerd worden (door een medische ingreep of een zwaar ongeval) blijft een deel van de zenuwbanen naar dit lichaamsdeel bestaan en vormen daar vermoedelijk nieuwe zenuwen, zodat er weer een gesloten cirkel ontstaat die pijn kan doorgeven. Daardoor ontvangen de hersenen nog prikkels, waardoor het net is alsof er pijn optreedt aan het nu niet meer aanwezige lichaamsdeel. Mogelijk is er bij het syndroom van Sudeck iets vergelijkbaars aan de hand en worden er nieuwe zenuwen gevormd in het gebied dat verwond is geraakt. Daardoor worden er extra pijnprikkels afgegeven op deze locatie en treden er bovennormale pijnklachten op.
- Het lijkt erop dat psychische omstandigheden van een patiënt een rol spelen bij het ontstaan van het syndroom van Sudeck. Vaak gaat het om een rouwperiode wegens de dood van een geliefde, stressklachten, klinische depressie of angststoornissen. Deze lijken het optreden van het syndroom te stimuleren. In hoeverre deze ziekte een psychosomatische component heeft valt niet met zekerheid te zeggen. Het is ook onduidelijk waarom een bepaald iemand aan het syndroom van Sudeck lijdt, terwijl een andere persoon met een nauw vergelijkbare verwonding dat niet doet.
- Er is een mogelijkheid dat de atrofie van het ledemaat wordt bevorderd door de angst voor het vermijden van het gebruik van het lichaamsdeel. Een patiënt ervaart pijn en ongemak als hij het lichaamsdeel beweegt en gaat het dan minder bewegen. Het gevolg is dat de spieren van de ledemaat minder bewogen worden, met atrofie en meer pijnklachten als gevolg. Zo houdt het syndroom zichzelf in stand.
- Er is ook een vermoeden dat het syndroom van Sudeck deels veroorzaakt wordt door genetische factoren.
- Sommige elementen zoals vitamine C, die er bekend om staat vrije radicalen weg te vangen, zijn soms effectief bij de behandeling van de aandoening. Hierom bestaat het vermoeden dat bepaalde vrije radicalen, mogelijk zuurstof, iets met de aandoening te maken hebben.
- Bepaalde andere aandoeningen lijken samen te hangen met het syndroom van Sudeck. Als zij bij een patient aanwezig zijn kan het syndroom ontstaan of erger worden. Het gaat dan vooral om pees- en zenuwaandoeningen van de ledematen, waaronder neuromen, een triggerfinger, carpaletunnelsyndroom en aandoeningen waarbij de zenuwen in de arm afgekneld worden. Deze zogenaamde triggers zouden bij voorkeur samen met het syndroom van Sudeck behandeld moeten worden.
De verschillende fases van het syndroom van Sudeck
Het syndroom van Sudeck kent drie fases:
- Fase 1. Het optreden van ontsteking samen met zwellingen, temperatuursstijging en roodheid in de aangetaste ledemaat;
- Fase 2. Problemen met de bloedcirculatie in de ledemaat en onderkoelingsverschijnselen;
- Fase 3. Atrofie (versterving) van de ledemaat. In deze fase wordt ook de zenuwen in de ledemaat aangetast door de atrofie, waardoor de pijn minder wordt en men het gevoel in het ledemaat verliest.
- Fase 4. Stabilisatie. De ziekte komt min of meer tot rust en levert geen verdere schade op. De pijn is nu grotendeels weg. Het getroffen lichaamsdeel is onbruikbaar geworden.
Symptomen
Een aantal symptomen die kunnen optreden bij de aanvang van het syndroom van Sudeck zijn:
- Pijn, heftigere pijn dan op grond van de verwonding verwacht mag worden, ook wanneer het lichaamsdeel in rust is;
- Nachtelijke bewegingen en stuiptrekkingen van het lichaamsdeel;
- Verschillende temperaturen van het lichaamsdeel: eerst hyperthermie, daarna hypothermie van het lichaamsdeel;
- Zwellingen van het lichaamsdeel en moeilijkheden met het bewegen ervan.
- Veranderingen in (het uiterlijk van) de huid: de huid verandert van kleur, zwelt op, wordt gladder en strakker. Aan de oppervlakte liggende aderen worden extra zichtbaar. De huid zweet meer dan normaal;
Tijdens latere fases kunnen de volgende symptomen optreden. Deze treden dan vaak op in een groter gebied dan in het gebied van de oorspronkelijke verwonding.
- Atrofie van de spieren van het getroffen lichaamsdeel. Spiermassa wordt afgebroken en de spieren slinken zienderogen;
- Atrofie van de huid. De huid ondergaat verdere verandereingen, wordt gladder en zachter, soms treedt overtollige haargroei of versnelde groei van de nagels op;
- Stijfheid van het getroffen lichaamsdeel. Gewrichten en pezen worden stijf, moeilijk te bewegen en atrofiëren;
- Hypothermie van het lichaamsdeel door gebrekkige circulatie;
- Osteoporose (botontkalking).
Diagnose
Er is geen doorslaggevende medische test beschikbaar voor de diagnose van het syndroom van Sudeck. Een arts kan de diagnose maken op basis van lichamelijk onderzoek en de medische geschiedenis van de patient. Hij kan daarvoor de volgende onderzoeksmethoden gebruiken:
- metingen van de temperatuur van de ledemaat. Hierbij wordt de oppervlaktetemperatuur van het lichaamsdeel gemeten en vergeleken met die van de rest van het lichaam;
- CT-scans en MRI-scans om te kijken of er osteoporose optreedt;
- metingen van de hoeveelheid afgescheiden zweet;
Hierbij wordt gekeken of de pijn en de zwelling van het lichaamsdeel veroorzaakt zou kunnen worden door een andere aandoening, zoals thrombose, oedeem en zwelling van lymfeklieren.
Bij wie komt het syndroom van Sudeck voor
Het syndroom van Sudeck komt voor bij mensen van elke leeftijd, vooral na de pubertijd. Vrouwen worden ongeveer twee tot drie maal zo vaak getroffen als mannen en de ziekte komt vooral voor bij vrouwen in de menopause. het syndroom van Sudeck tast meestal één van de ledematen aan, bijvoorbeeld een hand, arm, schouder of voet. De bovenste ledematen worden het vaakst aangetast. Elk jaar wordt de diagnose gegeven aan 1 op de 4000 personen.
Behandeling
Er is op dit moment geen therapie die bewezen effect heeft bij het syndroom van Sudeck. Het lijkt vooral van belang dat er bij deze aandoening in een vroeg stadium wordt opgetreden. Daarvoor is het noodzakelijk dat de juiste diagnose wordt gesteld. Vervolgens zou de focus van de behandeling moeten zijn om zoveel mogelijk de functionaliteit van het getroffen lichaamsdeel te behouden. Het syndroom van Sudeck is erg lastig te behandelen. Het is niet duidelijk welke methoden de beste kans op verbetering of genezing met zich meebrengen. Daardoor kunnen zowel de patient als de behandelende arts gefrustreerd raken. Het gebrek aan zekerheid en de constante pijn kan voor de patient een grote belasting vormen.
Spontane remissie
Het is bekend dat het syndroom van Sudeck spontaan kan overgaan (remissie). Dit gebeurt vooral als de aandoening nog in de beginfase zit en er nog geen atrofie van diepere weefsels is opgetreden. Cijfers voor het percentage spontane remissie zijn niet bekend.
Fysiotherapie
Het lijkt te helpen om de patiënt beperkt te laten bewegen, waarbij het lichaamsdeel geactiveerd wordt en de bloedcirculatie verbetert. Fysiotherapie is hiervoor de meest gehanteerde oplossing. Dit kan, zeker in de aanloop van de ziekte, erg pijnlijk zijn. Er moet voor gewaakt worden niet overdreven veel te beweging: dit lijkt de ziekte juist te verergeren.
Vitamines en radicalenbestrijders
De stoffen vitamine C, acetylcysteïne en dimethylsulfoxide lijken in sommige gevallen effect te hebben op het verloop van de aandoening. Dit komt mogelijk door de invloed van vrije radicalen, mogelijk van zuurstof. Vooral in de acute fase van de ziekte kunnen deze stoffen de symptomen verminderen.
Pijnstillers
Om de pijn van het syndroom van Sudeck te verlichten worden vaak co-analgetica gebruikt, ofwel medicijnen waarvan pijnbestrijding slechts een bijverschijnsel is. Voorbeelden zijn tricylcische antidepressiva, antirheumatica, anti-epileptica en het verdovingsmiddel ketamine. Uiteraard hebben deze medicijnen ook andere werkingen tot gevolg dan pijnbestrijding. Het gebruik van standaard pijnstillers, zoals paracetamol, NSAID’s en zelfs opiaten en opioiden heeft geen effect op pijn bij het syndroom van Sudeck, omdat het hier om neuropathische pijn gaat. Ook vaatverwijders lijken een gunstige invloed te hebben.
Elektroshocks
Een nieuwe en vaak succesvolle methode van pijnbestrijding is TENS. Dit staat voor Transcutane Elektrische Neuro Stimulatie. Er worden elektroden op de huid aangebracht rond de aangetaste plek. Via de elektroden worden er stroomschokjes toegediend. Die verminderen de pijnsensatie en stimuleren de productie van endorfinen (lichaamseigen pijnstillers). Ook verbetert deze methode de bloedcirculatie in de ledemaat.
Macedonische methode
Zo’n tien jaar geleden werd door een alternatieve genezeres en e mevrouw Shinka uit Macedonië, geclaimd dat zij het syndroom van Sudeck kon genezen door middel van intensieve oefening. Ondanks de heftige pijn die op kan treden bij oefening van de getroffen ledematen leek het bij nader onderzoek op dat inderdaad een aanzienlijk aantal van haar patiënten verbetering of genezing van de aandoening vertoonde. Nederlandse wetenschappers hebben later geprobeerd om vergelijkbare behandelmethoden toe te passen. De resultaten hiervan zijn onduidelijk en er is tot nu toe geen helder bewijs dat intensieve beweging een gunstige invloed op het syndroom heeft.
Stimulatie van dopamine-aanmaak
Signalen worden via zenuwbanen doorgegeven aan de hersenen met behulp van zogenaamde neurotransmitters. Dit zijn signaalstoffen die een specifieke boodschap doorgeven over een lichaamsdeel: warmte, pijn, genot, jeuk enzovoort. De neurotransmitter acetylcholine geeft de boodschap door dat een bepaald lichaamsdeel pijn ervaart. De stof dopamine heeft een tegengestelde werking aan acetylcholine en kan de overdracht van pijnsignalen stoppen – het is eigenlijk een natuurlijke pijnstiller. Het wordt gedacht dat een verhoogd niveau aan dopamine de ergste pijnklachten veroorzaakt door het syndroom van Sudeck kan verminderen. De aanmaak van dopamine, een lichaamseigen stof, kan gestimuleerd worden door het eten van bepaalde voedingsmiddelen. Voeding die zorgt dat je lichaam meer dopamine produceert, zijn onder andere:
- Pure chocolade (hoe hoger het cacaogehalte, hoe beter;
- Paranoten, walnoten, pompoenzaden, chiazaad en andere noten en zaden;
- Rood vlees (rundvlees en lamsvlees);
- Koolsoorten, zoals boerenkool, broccoli, bloemkool, spruitjes, raapstelen ;
- Gewassen uit de uienfamilie (ui, sjalotten, prei, knoflook, bosui).
Andere methoden
De volgende methoden worden verder gebruikt bij de behandeling van het syndroom van Sudeck.
- Massages
- Het aanleren van ontspanningstechnieken
- Manuele lymphatische drainage (MLD)