Ziektekiemen kunnen zich op tal van manieren verspreiden. Zo kunnen dragers ervan ze achterlaten wanneer ze voorwerpen aanraken, ze verspreiden door te hoesten of te niezen en ze zelfs in d3e lucht brengen door te ademen. Bacteriën en virussen kunnen zich op al deze manieren gemakkelijk van de ene persoon naar de andere verspreiden en zo mensen besmetten.
Wat is druppelbesmetting?
Druppelbesmetting zal plaatsvinden op het moment dat er via de mond of de neus geïnfecteerd lichaamsvocht naar buitenkomt en dit vervolgens in de ogen, de neus of de mond van een andere persoon terechtkomt. Deze lichaamsvloeistoffen worden in de regel door te hoesten of te niezen op andere overgebracht. Om deze manier wordt dan ook griep, maar een breed scala aan andere virale- en bacteriële ziektes, verspreid.
Nog altijd denken ene groot aantal mensen onterecht dat aandoeningen van de luchtwegen, zoals een verkoudheid en griep, in de lucht aanwezig zijn en dat ze zich via deze weg ook worden overgedragen op anderen. Dit is echter onjuist omdat de overdracht plaatsvindt door middel van de speeksel- en slijmdruppeltjes die in de lucht terechtkomen. De virussen en bacteriën zitten immers in speeksel en slijm en op momenten dat je hoest of niest, kunnen ze via de speeksel- of slijmdruppeltjes tot op anderhalve meter van je terechtkomen. Als deze druppeltjes op een ander persoon landen die vervolgens zijn, of haar, ogen, mond of neus aanraakt, dan kunnen de ziektekiemen ook dit lichaam binnendringen en de persoon in kwestie ziek maken.
Verkoudheids- en griepvirussen kunnen zelfs een paar uur buiten het menselijk lichaam in leven blijven. Dus op momenten dat je hoest of niest en er daardoor speeksel- of slijmdruppels op een voorwerp of ander oppervlak terechtkomen dat op een later tijdstip door een ander weer wordt aangeraakt, dan kan er eveneens een infectie ontstaan.
Wat kan je doen?
De beste manier om de verspreiding van een heleboel ziektes te voorkomen, is het toepassen van een goede handhygiëne. Dit wil zeggen: je handen regelmatig wassen met warm water en zeep (voor minimaal 20 seconden), een handontsmettingsmiddel gebruiken als er geen water en zeep voor handen zijn en door te proberen je gezicht, ogen en neus niet aan te raken. Wanneer je zelf moet hoesten of niezen, dan doe je dat bij voorkeur in een tissue of in de kromming van je elleboog. Op die manier voorkom je namelijk dat de ziektekiemen zich niet zo ver kunnen spreiden en je deze ook niet over je handen heen krijgt.
Wanneer je ziek bent, is het van belang om bij zoveel mogelijk mensen uit de buurt te blijven, zodat je anderen niet zult besmetten. Let hierbij in het bijzonder op mensen die een verhoogd risico lopen op complicaties als gevolg van een verkoudheid of griep. Hierbij kun je bijvoorbeeld denken aan:
- baby’s,
- jonge kinderen,
- ouderen,
- mensen met chronisch gezondheidsprobleem.
- Ondanks dat je je als gevolg van een verkoudheid alleen maar een paar dagen niet lekker kunt voelen, kan deze ziekte voor iemand anders soms ernstig, of zelfs levensbedreigend, zijn.
Op momenten dat je ziek bent, dan doe je er verstandig aan om oppervlakken die je aan hebt geraakt zoveel mogelijk schoon te maken. Wanneer je je weer wat op bent geknapt, dan dien je alles dat je aan hebt geraakt tijdens je ziek zijn erg grondig te reinigen. Je kunt hierbij vooral extra aandacht schenken aan het schoonmaken van veelgebruikte voorwerpen, zoals:
- afstandsbedieningen,
- mobiele telefoons,
- deurknoppen,
- kranen,
Deze voorwerpen en oppervlakken zijn immers allemaal vaak aangeraakt, terwijl ze doorgaans niet regelmatig aan een reinigingsbeurt onderworpen zullen worden. Deze stappen zijn echter wel nodig als je tenminste niet wilt dat de mensen om je heen ook besmet raken en ziek gaan worden, zelfs als je zelf al wel ziek bent. Indien je niet voldoende energie hebt om deze dingen schoon te maken, dan is het goed om aan iemand anders te vragen om dit voor je te doen. Niet alleen jij, maar ook alle mensen om je heen zullen daar immers profijt van hebben.
Kinderen kunnen gemakkelijk ziektekiemen op elkaar overdragen, bijvoorbeeld wanneer een kind naar school komt terwijl het geregeld moet hoesten en niezen. Op het moment dat het met een ander speelt, kan het gemakkelijk in het gezicht van zijn speelkameraadje hoesten. Het gevolg is dan vaak dat het andere kind na enkele ook ziek wordt. De verkoudheid van het eerste kind werd zo namelijk gemakkelijk, en ongemerkt, overgebracht op zijn vriendje door middel van besmetting via speeksel- en/of slijmdruppeltjes.