De schildklier is een klier die voorkomt bij gewervelde dieren. Bij al deze dieren, en dus ook bij de mens heeft de schildklier een gelijke structuur en worden er dezelfde hormonen door geproduceerd en afgegeven. Andere benamingen voor deze klier zijn:
- de glandula thyreoidea,
- het thyroId.
Menselijke schildklier
Bij mensen heeft de schildklier de vorm van een vlinder en is gelegen tegen de luchtpijp, voor het strottenhoofd, aan de voorzijde van de hals. De klier kan worden verdeeld in een tweetal die weer opgebouwd zijn uit blaasjes, ofwel follikels. De parafolliculaire cellen bevinden zich tussen deze follikels en worden ook wel de C-cellen genoemd. Vier slagaders zorgen voor de aanvoer van bloed naar de schildklier waardoor dit als het best doorbloede orgaan in het lichaam van een mens mag worden beschouwd.
Schildklierhormonen
De hormonen die een schildklier uitscheidt worden geproduceerd uit jodium en tyrosine. In eerste instantie zal uit deze stoffen thyroxine (T4) worden gevormd. Op het moment dat een jodiumatoom door een dejodase wordt verwijderd uit de periferie van thyroxine dan zal het hormoon trijoodthyronine (T3) overblijven. Trijoodthyronine komt in kleinere hoeveelheden in het lichaam voor, in vergelijking tot thyroxine, maar is wel meer actief. Zowel trijoodthyronine als thyroxine zullen invloed uitoefenen op de diverse stofwisselingsprocessen die plaatsvinden in het lichaam. Verder zullen deze schildklierhormonen ervoor zorgen dat het lichaam op een normale wijze kan groeien. De, tussen de follikels gelegen, C-cellen zijn verantwoordelijk voor de productie van het hormoon calcitonine.
Hormoonregulering
De hypothalamus en de hypofyse zijn verantwoordelijk voor het reguleren van de productie van thyroxine. Hiervoor scheidt de hypothalamus het thyreotropinevrijmakend hormoon, ofwel het thyrotropin releasing hormone vaak afgekort als TRH, af. Dit hormoon zal op zijn beurt de hypofyse aanzetten tot de aanmaak van het thyreoïdestimulerend hormoon, afgekort als TSH. Door dit tweede hormoon zal vervolgens de schildklier worden aangezet om schildklierhormonen te gaan produceren en uitscheiden.
Door de hypothalamus zal daarnaast de concentratie thyroxine in het bloed worden geregistreerd. Als deze concentratie stijgt dan zal de hypothalamus de afscheiding van het thyreotropinevrijmakend hormoon afremmen. Het gevolg daarvan is dat er ook minder thyreoïdestimulerend hormoon en thyroxine worden afgescheiden.
De aanmaak en afgifte van calcitonine wordt bepaald door de hoeveelheid calcium dat in het bloed aanwezig is. Wanneer deze concentratie hoog is, zal de schildklier worden aangespoord meer calcitonine aan te maken en af te geven. Zo zal de calciumspiegel op peil gehouden worden.
Schildklieraandoeningen
Schildklieraandoeningen die het meest vaak voorkomen zijn:
- hyperthyreoïdie: een te snel werkende schildklier. Hierdoor zal er een overschot van het schildklier hormoon ontstaan.
- hypothyreoïdie: een te langzaam werkende schildklier zorgt juist voor een tekort aan het schildklierhormoon.
Hyperthyreoïdie
Een aantal ziektes en processen kunnen tot een te snel werkende schildklier leiden. Hierbij kun je onder andere denken aan:
- De ziekte van Graves waarbij het lichaam antistoffen produceert tegen de TSH-reseptoren in de schildklier. Het orgaan zal als reactie op dit autoimmuunproces meer schildklierhormoon aan gaan maken.
- Thyreotoxicosis factitia is het gevolg van de inname van schildklierhormonen, in d vorm van tabletten, vaak met als doel om lichaamsgewicht te verliezen. Dikwijls zal dit leiden tot hoge concentraties schildklierhormoon in het bloed van de persoon in kwestie.
- Thyreoïditis, ofwel ziekte van Du Quervain en de ziekte van Hashimoto: als gevolg van een (virale) infectie of een autoimmuunproces zal het weefsel van de schildklier ontstoken raken. Hierdoor zullen de al aangemaakte en opgeslagen schildklierhormonen vrijkomen. De schildklier zal daardoor veel te snel gaan werken. Deze situatie zal echter na korte tijd omslaan en de schildklier zal dan dus juist te langzaam gaan werken.
- Een goedaardige tumor in de hypofyse (adenoom) kunnen soms cellen zijn die het schildklierstimulerend hormoon produceren. Zonder enige fysiologisch doel zal de schildklier dan zeer hard gaan werken.
- Een goedaardige tumor in de schildklier (toxisch adenoom) kan in solitaire vorm voorkomen en dan voor een verstoorde productie van het schildklierhormoon zorgen. Wanneer er echter meerdere goedaardige tumoren in de schildklier aanwezig zijn (toxisch multi-nodulair struma) dan wordt dit ook vaak aangeduid als de ziekte van Plummer.
Klachten
De intensiteit van de stofwisseling zal worden gereguleerd door thyroxine en trijoodthyronine. Wanneer er echter te veel van deze schildklierhormonen wordt aangemaakt dan zal de stofwisseling worden versneld. Hierdoor krijg je te maken met onder andere de volgende klachten:
- je krijgt het zeer snel warm,
- ondanks dat je normaal eet zul je toch lichaamsgewicht kwijtraken,
- overmatig zweten,
- je voelt je gejaagd,
- een erg hoge hartslag,
- je hebt last van trillende handen en vingers,
- je bent erg moe,
- je hebt last van spierzwakte,
- diarree,
- je menstruatiecyclus zal ontregeld raken,
- problemen met het zien.
In zeldzame gevallen kun je daarnaast ook last krijgen van misselijkheid en braken. Zeer sporadisch zul je zelfs te maken krijgen met hartritmestoornissen als gevolg van een te snel werkende schildklier.
De ziekte van Graves
Op het moment dat er sprake is van de ziekte van Graves dan zijn er nog een aantal typische klachten te noemen:
- struma, ofwel krop, die zich soms uit als een vergrote schildklier,
- opengesperde ogen met een gejaagde blik,
- zwelling van onderhuids bindweefsel, vooral in de schenen.
Behandeling
De behandeling van een te hard werkende schildklier zal vooral worden bepaald door de oorzaak van de klachten. Bij de ziekte van Graves kan het functioneren van de schildklier mogelijk met medicijnen worden geblokkeerd. Om te voorkomen dat er een tekort ontstaat, zal er dikwijls schildklierhormoon moeten worden bijgegeven. Als de schildklier, na een bepaalde tijd, nog steeds te hard blijkt te werken dan zal een deel van de schildklier operatief worden weggehaald of met behulp van radioactief jodium worden geëlimineerd.
Als een toxisch adenoom de veroorzaker is van de klachten dan zal vaak een grote hoeveelheid radioactief jodium worden toegediend zodat vooral de aangedane cellen het opnemen en zullen worden vernietigd door de straling. Omliggende cellen zullen bij deze behandeling geen schade oplopen. Meestal zal hierna geen andere behandeling meer nodig zijn.
Hypothyreoïdie
Een te traag werkende schildklier kan een drietal verschillende oorzaken hebben:
- Primaire hypothyreoïdie: een aandoening waarbij niet genoeg schildklierhormonen aan kunnen worden gemaakt. Komt voor bij ongeveer 10 procent van de bevolking.
- Secundaire hypothyreoïdie: een aandoening aan de hypofyse, het orgaan dat het functioneren van de schildklier reguleert en dus ook de productie van schildklierhormonen in de hand heeft. Komt slechts zelden voor.
- Tertiaire hypothyreoïdie: een aandoening aan de hypothalamus, het orgaan dat voor een belangrijk deel het functioneren van de hypofyse reguleert. Komt eveneens maar zelden voor.
In de meeste gevallen wordt primaire hypothyreoïdie als de term hypothyreoïdie wordt gebruikt.
Oorzaken
De meest voorname oorzaak van primaire hypothyreoïdie in ons land is vandaag de dag een auto-immuunziekte van de schildklier (bijvoorbeeld de ziekte van Hashimoto). In het verleden was een jodiumtekort in de voeding in bepaalde delen van Europa ook een belangrijke oorzaak voor een te traag werkende schildklier. Bij de aanmaak van schildklierhormonen is jodium immers essentieel.
Andere mogelijke oorzaken van een te langzaam werkende schildklier zijn:
- een aangeboren schildklierafwijking (thyreoïditis),
- het ondergaan van een behandeling met radioactief jodium,
- na een operatieve verwijdering van de schildklier,
- het gebruik van jodiumhoudende medicatie.
Klachten
Een heleboel klachten worden in eerste instantie toegeschreven aan de psychische gesteldheid van een patiënt. De klachten die een te traag werkende schildklier met zich meebrengt zijn namelijk vaag en worden soms niet serieus genomen door een arts. Als gevolg van een te traag werkende schildklier wordt je bijvoorbeeld:
- traag in denken en doen,
- eerder moe,
- kouwelijk.
Verder kan er onder andere:
- verstopping ontstaan,
- je stem een beetje lager worden,
- je stem kan krakerig klinken,
- kenmerkende blik of gelaatsvorm ontstaan,
- je menstruatiecyclus ontregeld raken,
- er kan struma ontstaan,
- je huid kan koud, droog, bleek en gelig worden,
- je gezicht, oogleden en enkels kunnen opgezwollen raken (myxoedeem),
- je wenkbrauwen en haren kunnen uitvallen,
- je haar en angels worden broos en breekbaar,
- je wordt zwaarder,
- je gaat langzamer spreken,
- je kunt je minder goed concentreren,
- kan geheugenverlies optreden,
- benauwdheid optreden,
- spierzwakte en spierpijn ontstaan,
- je kunt psychische problemen, zoals een depressie ontwikkelen.
Behandeling
Een te traag werkende schildklier kan met behulp van, dagelijks in te nemen, medicatie worden behandeld. In de regel zal dit al na korte tijd veen verbetering te zien geven. Je zult echter voor de rest van je leven deze medicijnen moeten blijven gebruiken.
Wanneer de schildklier te traag werkt als gevolg van een jodiumtekort dan zal het toedienen van extra jodium de juiste behandeling blijken te zijn. In ons land komt deze aandoening echter vrijwel alleen onder bepaalde allochtone inwoners voor.