De gevolgen van een hersenbloeding zijn niet alleen zichtbaar maar ook vaak onzichtbaar. Hoe ernstig deze gevolgen zijn is sterk afhankelijk van de grootte van de bloeding in de hersenen en welk hersengedeelte hierdoor is aangedaan.
Lichamelijke gevolgen
Doordat je, na een hersenbloeding, de controle vanuit de hersenen kunt verliezen over de spieren, kunnen er verlammingsverschijnselen optreden. De gevolgen van deze verlamde spieren zijn:
- problemen met bewegen van een arm of met lopen,
- minder eenvoudig een lichaamsdeel aan kunnen sturen,
- een scheefgetrokken mond,
- spraakproblemen,
- slikproblemen,
- incontinentie.
Zelf heb je overigens niet altijd in de gaten te hebben dat je, na een hersenbloeding, bijvoorbeeld eenzijdig verlamd bent geraakt.
Gevoel
Na een hersenbloeding kan ook je gevoel veranderd zijn en kun je bijvoorbeeld:
- geen objecten meer op tast herkennen,
- scherp en bot niet langer onderscheiden,
- vergissingen maken als het gaat om warm of koud.
Apraxie
Apraxie kan eveneens een gevolg zijn van een hersenbloeding. Als er sprake is van apraxie dan hebt je moeite met het uitvoeren van allerlei dagelijkse dingen zoals jezelf wassen, aankleden en eten. Je kunt dan bijvoorbeeld niet meer weten wat de volgende handeling moet zijn of je slaat een bepaalde stap over.
Bewegen
Door de verlamde zijde van het lichaam toch zoveel mogelijk te bewegen voorkom je dat er [pijnklachten ontstaan maar ook dat er vergroeiingen optreden of dat de andere lichaamshelft overbelast raakt. Een ergo- of fysiotherapeut kan helpen om de handelingen op een juiste manier, en in de goede volgorde, uit te voeren.
Afasie
Indien het taalcentrum in de hersenen schade heeft opgelopen door de hersenbloeding dan kan er afasie ontstaan. Bij afasie zul je:
- wel weten wat je wilt zeggen maar niet de juiste woorden hiervoor vinden,
- helemaal niets meer zeggen of slechts een paar woorden gebruiken,
- wartaal spreken,
- gesproken taal niet begrijpen waardoor het lijkt alsof iedereen een onbekende taal spreekt,
- moeite ondervinden met schrijven en lezen.
Dysartrie
Dysartrie is een spraakstoornis waarbij je moeite hebt met het duidelijk uitspreken van woorden. De oorzaak hiervan kan bijvoorbeeld een halfzijdige verlamming van je gezicht zijn. In de regel begrijp je overigens wel wat er tegen je wordt gezegd.
Communiceren
Het is na een hersenbloeding essentieel dat er gecommuniceerd wordt met de patiënt. Dit kan gebeuren door:
- De patiënt te laten oefenen met spreken,
- De patiënt dingen duidelijk te laten maken door middel van bewegingen en gebaren,
- Zelf korte zinnen te maken,
- Zelf rustig te spreken,
- Tijdens het spreken de patiënt goed aan te kijken.
Gezichtsstoornissen
In bepaalde gevallen zal een helft van het gezichtsveld wegvallen na een hersenbloeding. Wanneer de bloeding in de rechterhersenhelft heeft plaatsgevonden zul je aan de linkerkant niet meer zien, en omgekeerd.
Neglect
Neglect is een stoornis na een hersenbloeding waarbij de waarneming aan één lichaamszijde is verstoord. De prikkels die de zintuigen ontvangen worden niet langer meer centraal verwerkt. Hierdoor zal er minder aandacht worden besteed aan één zijde van het lichaam. Hiervan ben je je niet in alle gevallen zelf van bewust. Neglect kenmerkt zich onder andere door:
- het opbotsen tegen obstakels,
- je bord slechts voor de helft leegeten,
- maar één kant van je lichaam wassen of aankleden,
- problemen met lezen,
- problemen met schrijven,
- Problemen met klok lezen,
- In een groep personen aan één zijde negeren.
Door revalidatie, en het blijven attenderen op de dingen of personen die niet worden gezien, kunnen helpen om de patiënt zich hiervan weer bewust te laten worden.
Onzichtbare gevolgen
Fysieke beperking zullen na een hersenbloeding in de regel direct opvallen. Toch zijn er ook nog een heleboel beperking die niet meteen zichtbaar zijn zoals:
- sneller vermoeid zijn,
- verminderd concentratievermogen,
- vergeetachtigheid,
- eerder angstig zijn,
- eerder onzeker zijn,
- overschatting van de eigen mogelijkheden,
- impulsief gedrag,
- moeite met plannen,
- moeite met ruimtelijke oriëntatie,
- verminderde flexibiliteit,
- eerder emotioneel,
- eerder geprikkeld,
- eerder agressief,
- zelfverwaarlozing,
- dementie,
- depressiviteit.