Op het moment dat je een hartaanval door hebt gemaakt (er wordt dan ook wel gezegd dat je een hartinfarct of MI hebt gehad), dan ben je iets over jezelf te weten gekomen dat je wellicht nog nooit eerder wist. Je weet nu immers dat je lijdt aan coronaire hartziekte. Dit is belangrijke informatie om goed in gedachten te houden. (Ondanks het feit dat hartaanvallen het gevolg kunnen zijn van andere aandoeningen, is coronaire hartziekte in het grosgevallen de meest voorkomende oorzaak. Je dient contact met je arts op te nemen om de bevestiging te krijgen dat je daadwerkelijk lijdt aan coronaire hartziekte.
Coronaire hartziekte is een chronische aandoening die doorgaans de kransslagaders treft op meer dan één locatie, en die de neiging heeft in de loop van de tijd te verergeren. Dit wil dus ook zeggen dat je bepaalde stappen dient te ondernemen om je kansen op het krijgen van een nieuwe hartaanval in de toekomst te verkleinen. Om een volgende hartaanval te voorkomen, moeten zowel jij als je arts twee verschillende problemen aan gaan pakken. Op de eerste plaats moet je actie ondernemen om het opnieuw ontstaan van de atherosclerotische plaque die je hartinfarct heeft veroorzaakt tegen te gaan. Op de tweede plaats dien je er alles aan te doen om de voortgang van je onderliggende coronaire hartziekte af te remmen of deze een halt toe te roepen.
Het acute risico verminderen
Personen die een hartinfarct hebben overleefd, kunnen binnen een paar weken of maanden een verhoogd risico hebben op het weer optreden van een acuut coronair syndroom (ACS). ACS, een gevolg van het afscheuren van een plaque, veroorzaakt onstabiele angina pectoris of een nieuw hartinfarct.
Dit vroegtijdig terugkeren van ACS wordt doorgaans veroorzaakt door het opnieuw afscheuren van dezelfde plaque die de oorspronkelijke hartaanval tot gevolg heeft gehad. Het risico van het vroegtijdig terugkeren van hartproblemen zal groter zijn op het moment dat de verantwoordelijke plaque nog altijd een significante gedeeltelijke blokkade in de kransslagader vormt. Indien je acute hartinfarct werd behandeld door middel van een invasieve behandeling (dat wil zeggen, met directe angioplastiek en het toepassen van stenting), dan zal de verantwoordelijke plaque waarschijnlijk al zijn behandeld. Dit is echter een heel ander verhaal wanneer je niet-invasief wordt behandeld met bijvoorbeeld trombolytica. Deze medicijnen, die eveneens “statines” worden genoemd, zullen de verstopte slagader weer openmaken door het acute bloedstolsel dat ontstaat bij ACS op te lossen.
De verantwoordelijke plaque blijft dan echter nog altijd een probleem vormen.
Voordat je uit het ziekenhuis wordt ontslagen, dan is het dus van belang om na te gaan of er nog steeds sprake is van een aanzienlijke gedeeltelijke vaatafsluiting. Een dergelijke evaluatie kan uit worden gevoerd met behulp van een hartkatheterisatie of een inspanmingsonderzoek of doormiddel van een thalliumonderzoek. Indien vast wordt gesteld dat er nog altijd sprake is van een significante blokkade, dan zal je arts de behandelmogelijkheden met je bespreken die gericht zijn op het voorkomen van een vroegtijdige terugkeer van eventuele ACS, onder andere een behandeling voor coronaire hartziekte, angioplastiek en het plaatsen van één of meerdere stents of bypass-transplantaties van de aangedane kransslagader.
Het risico op de langere termijn verminderen
Te vaak hebben mensen na het doormaken van een hartinfarct de indruk dat ze weliswaar een aanzienlijk medisch probleem hadden, maar dat dit nu het af is gehandeld, ze kunnen gewoon door kunnen gaan met hun leven alsof er niet veel veranderd is. Niets is helaas minder waar. Er kan niet genoeg nadruk worden gelegd op het feit dat atherosclerose een chronische progressieve ziekte is die in de regel verschillende plaatsen in de kransslagaders aantast. Iedere atherosclerotische plaque, ongeacht de omvang ervan, kan immers afscheuren en ACS veroorzaken.
Dus op het ogenblik dat je eenmaal een hartaanval door hebt gemaakt, dien je er alles aan te doen om de voortgang van dat onderliggende ziekteproces af te remmen of beter nog helemaal te stoppen. Dit zal echter een grote inzet van jou en van je artsen vragen. Er zijn twee algemene gebieden die jij en je arts dienen aan te pakken:
- Behandeling met behulp van medicijnen,
- Verandering je levensstijl.
Medicamenteuze behandeling na een hartaanval
Om toekomstige hartinfarcten te helpen voorkomen, moet je medicijnen voorgeschreven krijgen waarvan aan is getoond dat deze de voortgang van coronaire hartziekte vertragen of de acute dichtslibbing van een aangetaste kransslagader voorkomen (door de acute bloedstolling die een dergelijke occlusie tot gevolg heeft) te voorkomen. Deze geneesmiddelen zijn statines en aspirine.
- Statines: uiteenlopende klinische onderzoeken laten vandaag de dag zien dat het innemen van een statines na het doormaken van een hartaanval het risico op het krijgen van een ander hartaanval en het risico op overlijden aanzienlijk vermindert. Dit resultaat is zelfs waar te nemen bij patiënten bij wie het cholesterolgehalte niet bijzonder hoog is. Dus behalve wanneer je statines niet kunt verdragen, zou je er één dienen te nemen na je doorgemaakte hartaanval.
- Aspirine: aspirine vermindert de viscositeit (kleverigheid) van de bloedplaatjes en vermindert dus de kans op het ontstaan van een bloedstolsel op de plaats van een atherosclerotische plaque. Aspirine heeft aangetoond dat het de kans op overlijden bij patiënten die bekend zijn met coronaire hartziekte aanzienlijk verkleind, en dient na iedere hartaanval voor te worden geschreven tenzij er zwaarwegende redenen zijn om dit niet te doen.
Je arts kan eveneens besluiten om je geneesmiddelen te geven die tot doel hebben om angina pectoris te voorkomen. Deze geneesmiddelen kunnen nitraten of aderverkalkingsremmers bevatten. Behalve dit soort medicijnen dien je eveneens bètablokkers en ACE-remmers te krijgen om hartfalen tegen te helpen gaan.
Problemen met je levensstijl na het doormaken van een hartaanval
Net zo belangrijk als de eerder genoemde medicamenteuze behandeling zijn de veranderingen die je in je levensstijl die je lange termijn risico na een hartinfarct zullen verminderen. Deze omvatten:
- het bereiken en behouden van een optimaal lichaamsgewicht,
- het beginnen met een dieet dat de gezondheid van je hart ten goede komt,
- het stoppen met roken,
- het goed onder controle krijgen van diabetes en hoge bloeddruk (indien je hier last van hebt),
- het regelmatig doen aan lichaamsbeweging.
Ieder mens zal begrijpen dat het doorvoeren van deze veranderingen in je manier van leven veel moeilijker is dan het simpelweg innemen van een pilletje. Je dient echter goed te onthouden dat: het krijgen van de diagnose coronaire hartziekte echt een roep om hulp en actie is. Je lijdt immers aan een ziekte die na verloop van tijd erger wordt, tenzij je deze aanpakt alsof je de diagnose kanker te horen hebt gekregen. De behandeling is niet gemakkelijk, maar deze is in de regel wel tamelijk effectief. Je dient jezelf dan ook zeker aan te zetten om door te gaan, je volledig hierop te focussen en de veranderingen in je manier van leven aan te brengen die je aan worden bevolen.
Een belangrijk aspect dat je kan helpen om dit soort drastische veranderingen in je levensstijl door te kunnen voeren, is dat je arts je doorverwijst naar een goed hartrevalidatieprogramma. Te veel artsen negeren helaas nog te vaak deze uiterst belangrijke stap. Op het ogenblik dat jouw arts hier niet aan denkt dan is het zaak om hem, of haar, er absoluut aan te herinneren. Je dient eveneens je arts specifiek te vragen op welk moment het veilig voor je zal zijn om verder te gaan met alledaagse zaken, zoals autorijden, het hebben van geslachtsgemeenschap en andere activiteiten waarbij de draaf weer op wilt gaan pakken zodra dit veilig kan gebeuren.